Gisèle

Productinformatie "Gisèle"
De dichter A. Roland Holst (’Jany’) (1988-1976) was een notoire rokkenjager. De veelgelezen Susan Smit schreef over diens liefdesleven tussen 1936 en 1945 deze fictieve roman. Voor de historische feiten baseert zij zich voornamelijk op Van der Vegts biografie (2000). Smit schrijft vanuit het perspectief van de drie belangrijkste figuren: de dichter, de kunstenares Gisèle van Waterschoot en de jonge actrice Mies Peters. Talloze andere geliefden worden slechts genoemd. Mies ontwikkelt zich tot Jany’s grote liefde, wat blijkt uit zijn reacties als zij op 33-jarige leeftijd sterft. Gisèle (gestorven 2013) had een kortstondige relatie met Jany, maar hun vriendschap duurde levenslang. De beide vrouwen zijn elkaars tegenpolen. Jany had een grote behoefte aan vrouwelijk gezelschap (naast dat van collegadichters); maar de aantrekkingskracht bekoelde, zodra de vrouw zich meer in het hoofd haalde. Het schrijverschap was zijn enige metgezel. De roman komt langzaam op gang, leest vlot, maar bevat wel slordigheden. In de Epiloog korte biografieën van de personages na 1945. Met nawoord en bronnen.
Eigenschappen "Gisèle"
Auteur: Susan Smit
Genre: Biografie, Oorlog en verzet, Romantisch verhaal
Onderwerp: 1936-1945, Kunstenaarswereld, Nederland, Roland Holst, A., Waterschoot van der Gracht, Gisèle van
Aantal pagina's: 510
Jaar van uitgave: 2014

0 van 0 beoordelingen

Geef een beoordeling

Deel jouw ervaringen met andere leesclubs.


Vergelijkbare boeken

De eerste vrouw
Hoofdpersonen in deze liefdesroman zijn de Amerikaanse zangeres Geraldine Farrar (1882-1967) en de Nederlandse acteur Lou Tellegen (1881-1934), personen die in het echt hebben bestaan en wiens societyhuwelijk destijds al tot de verbeelding sprak. We hebben het over het begin van de twintigste eeuw, toen operasterren en toneelspelers furore maakten en de stomme film zijn intrede deed. De jonge zangeres Geraldine Farrar zingt in de grote concertzalen van Europa. Zij leeft voor haar kunst en voelt er niets voor om zich te binden. Een tweede plotlijn vertelt hoe Lou Tellegen in Parijs aankomt waar hij acteur wil worden. Hij poseert er voor de beeldhouwer Rodin. Als Geraldine en Lou elkaar ontmoeten slaan de vonken over. Lou is de man die Geraldine niet kan weerstaan, hoewel zij weet heeft van zijn duistere zijde. Na Lou’s dood kijkt Geraldine terug op haar grote liefde, op de carrière die Lou en zij maakten in Hollywood en op het tragische verloop van hun huwelijk. Susan Smit (1974) excelleert in deze roman op alle fronten. Vooral de opbouw is geraffineerd en de karakters gaan voor je leven. Een aanrader!
Vloed
Als Adriana van Konijnenburg in 1899 op haar 24e haar eerste huwelijksaanzoek krijgt, weigert ze omdat ze de man niet ziet zitten. Als dochter van een succesvolle hotelier en reder die Noordwijk tot badplaats ontwikkelt, doet ze liefdadigheidswerk en leert zo visser Jacob (30) kennen. Ze worden verliefd, maar vanwege het grote standsverschil trouwt hij een ander. Na haar vaders dood zoekt een kelner uit een van zijn hotels toenadering. Als Hendrik haar ten huwelijk vraagt, weigert haar moeder toestemming, ook als Adriana zwanger raakt. Ze moet vertrekken, wordt onterfd en vestigt zich met Hendrik in Meppel, waar ze drie kinderen krijgt en ongelukkig is. Teruggekeerd naar Noordwijk hervindt ze zichzelf. Het ex-fotomodel is nu journaliste (1974) en debuteerde in 2001 met de spraakmakende non-fictietitel 'Heks'. Haar tweede roman wordt verfilmd. Deze derde is gebaseerd op het leven van haar overgrootmoeder. Het boeiende verhaal, om-en-om verteld door Adriana en Jacob, beschrijft erg goed de sociale kant van hun leven, met een levendig tijdsbeeld.
Mijn moeders strijd
Essay over de moeder van de auteur en haar emancipatiestrijd. Ze werd geboren in het Turkse dorp Baltas. Door haar huwelijk belandt ze in de jaren tachtig in de Amsterdamse Bijlmermeer (Nederland), waar ze ten tijde van deze publicatie nog altijd woont en werkt. Het essay verscheen in het kader van de boekenweek 2019.
Zolang er nog tranen zijn
Na Kristallnacht 1938 besluiten de joodse ouders van Hannelore Klein uit Berlijn te emigreren. Met veel moeite krijgen ze een visum voor Cuba en vertrekken op 13 mei 1939, maar bij aankomst weigert Cuba de 937 joodse passagiers op te nemen. Als na wekenlang onderhandelen het schip moet terugkeren naar Europa, willen Frankrijk, België, Engeland en Nederland mensen opnemen. Het gezin Klein komt eerst terecht in Amsterdam, maar na de Duitse bezetting in Westerbork, tot juli 1942 vluchtelingenkamp voor Duitse joden dat valt onder Justitie. Daarna wordt het een nazi-kamp en vanaf 14 juli 1942 vinden er de beruchte dinsdagtransporten naar de vernietigingskampen plaats. Het gezin Klein gaat naar Auschwitz, Hannelore overleeft als enige. De auteur (1927-2015) schreef haar herinneringen in 1990 op om er vanaf te zijn, niet voor publicatie. Nu zijn ze gelukkig postuum alsnog uitgegeven. Goed geredigeerd, van noten, nawoord en familiefoto's voorzien door haar zoon, schrijver Arnon Grunberg, is dit boek moedig, ontroerend en belangrijk.
Dragelijke lichtheid
Een persoonlijk verhaal van presentatrice Dieuwertje Blok over de oorlogservaringen van haar Joodse moeder Henny Gazan, die tweeënhalf jaar ondergedoken zat en in die tijd een dagboek bijhield. Na het overlijden van haar moeder vinden Dieuwertje en haar zussen een dagboek: het vertelt het verhaal van een vrolijke, intelligente jonge meid, die om de haverklap verliefd was — maar die ook meer dan twee jaar haar huis niet kon verlaten. Door de dagboekfragmenten aan te vullen met brieven, herinneringen, anekdotes en historische context schetst Blok een ontroerend portret van een inmiddels bijna verdwenen generatie, en leert hierdoor zowel haar moeder als zichzelf steeds beter kennen. ‘Dragelijke lichtheid’ is toegankelijk en warm geschreven. Met historische foto’s in kleur en zwart-wit. Dieuwertje Blok (1957) is een Nederlandse televisie- en radiopresentator en actrice. Ze presenteerde onder meer voor de KRO, VARA en RTL, en NPO Radio 4 en is het gezicht van het Sinterklaasjournaal. ‘Dragelijke lichtheid’ is haar debuut.
Het pauperparadijs
Aan de hand van haar eigen familiegeschiedenis beschrijft journaliste Suzanna Jansen (1964) anderhalve eeuw Nederlandse armoede en wat daar aan gedaan werd, te beginnen met het heropvoedingexperiment in Veenhuizen in Drenthe. Jansen ontdekte dat haar overgrootmoeder in 1856 werd geboren in een van de drie grote gestichten in Veenhuizen. Hier probeerde men sinds 1823 wezen, landlopers, arme stadsgezinnen en andere arme sloebers via hard werken, tucht en orde her op te voeden tot nuttige, keurige burgers. Een goed en toegankelijk geschreven, heel boeiend en aangrijpend stuk sociale geschiedenis. Honderd jaar pogingen om de sociale onderklasse te verheffen is erin verbonden met de persoonlijke geschiedenis van een familie die hiermee van doen had, zich aan de ellende, de vernederingen en het onrecht wist te ontworstelen en 'van een dubbeltje een kwartje' werd. Met stamboom en twee katernen met zwart-witfoto's, uitgebreide bronvermelding en verantwoording van de illustraties. Volgens demograaf Carel Harmsen van het CBS heeft 'ten minste een op de zestien Nederlanders voorzaten die een heropvoeding hebben ondergaan in de Drentse paupergestichten van de negentiende eeuw'.
Tropenbruid
Historische roman van de auteur van onder andere ‘Gisèle’. 1907: Anna Prinsenhoek is als vondelinge opgenomen in het Amsterdamse Burgerweeshuis. Tegen haar achttiende jaar werkt ze in het naaiatelier van het weeshuis en wacht haar een toekomst als huisbediende. Omdat Anna vaak neerslachtig is en droomt van een ander leven, reageert ze in 1907 op een huwelijksadvertentie en vertrekt als bruid van bestuursambtenaar Willem Francken naar Batavia. Na aankomst blijkt haar man koel en afstandelijk, dient Anna alleen als statussymbool voor Willems carrière en brengt Indië geen vrijheid, maar een leven vol ingewikkelde omgangsvormen. Bovendien heeft Willem kinderen van Srie, een njai (Indische concubine) die hij heeft verstoten. Anna legt zich niet neer bij de haar toebedachte rol en gaat naar Srie op zoek, wat haar niet in dank wordt afgenomen. Intussen wordt Anna verliefd op de knappe opstandige Regi. De afloop van de roman doet wat gekunsteld aan, maar de thematiek en beschrijvingen van het koloniale huishouden zijn pakkend. Makkelijk leesbaar. Met nawoord van de auteur. Past in de huidige belangstelling voor de rol van de vrouw in de koloniën..
Menthol
Amper voor te stellen nu, maar vóór de Tweede Wereldoorlog hadden de meeste Nederlanders nog nooit een 'zwarte' man in levende lijve ontmoet. Deze als roman verpakte biografie van Joseph Sylvester beschrijft het leven van een nomade uit het Caribisch gebied, die zich na jaren zwoegen in de Verenigde Staten en Parijs uiteindelijk in Hengelo vestigde. Sylvester was een geboren marktkoopman, die naam maakte met de verkoop van Babajaba Menthol-tandpasta. Hij 'leerde Nederland tanden poetsen'. Hij trouwde met een welgestelde Hengelose vrouw die hij in Amsterdam had leren kennen. Het doorzettingsvermogen en de daadkracht van deze man moeten de lezer van nu als bijna bovenmenselijk voorkomen. Mister Menthol en zijn tijdgenoten overleven de crisis, de bezetting, de zinloze bombardementen van Hengelo. Hij onder meer door een handel in dierenvellen en de steun van Hengeloërs die hem weten vrij te krijgen uit een interneringskamp voor buitenlanders. Het boek bevat veel foto's, afbeeldingen van Menthols advertenties en van officiële documenten. In 2010 kwam een tv-documentaire over Menthol uit. Met vaart geschreven documentaire roman waarvoor veel onderzoek is gedaan; de auteur houdt zich aan de feiten, verzon voornamelijk de dialogen. Prachtig tijdsdocument. Luchtig vormgegeven.