De blauwe nacht
Jan Siebelink
Productinformatie "De blauwe nacht"
Deze roman speelt zich af in de vroege jaren zestig van de 20e eeuw in Parijs, ten tijde van de bomaanslagen van de rechts-extremistische terreurorganisatie OAS die ook een rol spelen in het verhaal. Hoofdpersoon is de gepensioneerde Simon Aardewijn, een gevoelig, succesvol man met een mooie vrouw, volwassen dochter, kleindochter en huisje nabij Parijs. Hij is eindelijk bezig met het voltooien van zijn dissertatie over de Franstalige decadente, fin de siècle estheet Joris-Karl Huysmans (1848-1907), auteur van ‘À Rebours’ (de door Siebelink zelf vertaalde roman ‘Tegen de keer’). Altijd op zoek naar schoonheid en liefde in zintuigen, leven en literatuur beleeft hij in een koortsachtige, droomachtige periode een intense, hartstochtelijke romance met de jonge vrouw Judith die hem op de rand van de afgrond brengt. Een boeiende en meeslepende roman over schoonheid, decadentie, mystiek en liefde, vol symboliek en verwijzingen (ook naar Siebelinks eigen bekende roman ‘Knielen op een bed violen’, de auteur noemde het zelf een tweeluik). Tegelijkertijd is het verhaal doordrenkt met de sfeer van begin jaren zestig in Parijs.
Eigenschappen "De blauwe nacht"
Auteur: | Jan Siebelink |
---|---|
Genre: | Psychologische roman |
Onderwerp: | Jaren '60, Parijs |
Aantal pagina's: | 320 |
Jaar van uitgave: | 2014 |
Aanmelden
Vergelijkbare boeken
Een liefde in Parijs
Een gearriveerd schrijver in Parijs wordt onverwacht geconfronteerd met zijn verleden.
Het zwijgen van Maria Zachea
De moeder van een groot, katholiek gezin krijgt op hoge leeftijd een hersenbloeding en hult zich daarna in een voortdurend stilzwijgen. Omdat ze niet willen dat zij naar een verpleeghuis moet, nemen de twaalf volwassen kinderen vrijwillig de zorg op zich: dagelijks is een van hen, gedurende de acht jaar tot haar dood, bij haar volgens een strak schema. Elk van hen beschrijft vanuit eigen perspectief de gezamenlijke jeugd in de jaren '50 en '60 en de herinneringen aan de ouders, elkaar, de maatschappij. De schrijfster (1967) is journaliste en raakte geïntrigeerd door het beeld van haar zwijgende oma en de rol die zij had in het leven van haar ooms en tantes. Zij laat hen een voor een aan het woord, van de oudste tot de jongste. Er zijn overeenkomsten, maar opvallend zijn de verschillen in hun beleving. Deze lijn is knap doorgetrokken naar het nu: de oude moeder en de beslissing over leven en dood die de kinderen met elkaar moeten nemen. Het boek speelt in de Zaanstreek, maar is herkenbaar voor een breed publiek. Bekroond met de NS Publieksprijs en het Gouden Ezelsoor (best verkochte debuut).