Ik kom terug
Adriaan van Dis
Productinformatie "Ik kom terug"
Het gevecht om een kist tussen moeder en zoon in de openingsscène is tekenend voor wat volgt. Deze kist is de metafoor voor wat de zoon wil weten en de moeder niet kwijt wil. De eerste en laatste zin van het boek tekent hun beider leven: ’We stonden tegenover elkaar, mijn moeder en ik’, culminerend in de kernzin: ’Jij een verhaal, ik een pil’ (76). Met het notitieblok in de hand reist Van Dis in de maanden voor haar overlijden met zijn moeder door Nederland naar bekende plekken en onbekende familieleden. Zo ontfutselt hij haar de verhalen over haar familie, haar echtgenoten, haar ervaringen in de beide wereldoorlogen, herinneringen die zij altijd voor hem verborgen heeft gehouden. Als reactie op haar ervaringen vlucht zij in de esoterie. Afstoten en aantrekken, maar ook afstand nemen en afstandelijkheid bepalen hun relatie. Verantwoordelijkheidsgevoel en respect winnen het uiteindelijk. Een sterke, afwerende, zwijgzame moeder tegenover een gevoelig en hunkerend kind dat zich altijd een buitenstaander voelde. Een mooie samensmelting van autobiografie en memoires.
Eigenschappen "Ik kom terug"
Auteur: | Adriaan van Dis |
---|---|
Onderwerp: | Moeder-zoon relatie |
Aantal pagina's: | 284 |
Jaar van uitgave: | 2014 |
Aanmelden
Vergelijkbare boeken
Magdalena
De moeder (gestorven in 2012) van Maarten ’t Hart (1944) groeide op in Maasland in een streng gereformeerd gezin, trouwde met de streng gereformeerde grafdelver ’t Hart en hertrouwde met haar jeugdliefde. Het strenge geloof (alles is zondig), haar wantrouwen, haar angsten, haar jaloezie, koppigheid, haar afkeer van veranderingen (’geen denken aan’, was haar adagium) bepaalden haar levensgang. Ze werd beheerst door de vermeende ontrouw van haar echtgenoten. Ondanks haar kuren had Maarten ‘t Hart een sterke band met haar. In gesprekken bespreekt hij met haar geloofszaken en (de eigenaardigheden van) haar gezins- en familieleden, die soms een komisch effect hebben. Hij stelt zijn redelijkheid (en ongeloof) tegenover de godsdienstwaan en paranoia voor van alles en nog wat van zijn moeder. ‘t Hart geeft in een gevarieerde stijl in brieven, dialogen, jeugdherinneringen een intrigerend en respectvol beeld van zijn moeder. Hij tekent genadeloos het streng christelijke milieu waaruit de hij stamt en is in deze roman de boeiende chroniqueur van deze voorbije wereld.
KLIFI
In ‘KliFi’ van Adriaan van Dis zijn De Oranjes verjaagd, de republiek Nederland likt haar wonden na een orkaan en het volk schikt zich in een president die ontkennen tot kunst heeft verheven. Jákob Hemmelbahn, zoon van Hongaarse vluchtelingen, verbaast zich over de gelatenheid van zijn medeburgers. Geheel tegen zijn aard verzet hij zich en geeft hij een stem aan de slachtoffers van een lokale overstroming. ‘KliFi’ is een bitter vrolijke vertelling over uit de pas lopen, over onze neiging tot aanpassen en veinzen, en over lastige vriendschappen.
In het buitengebied
Deze 'roman in verhalen' is meer een novelle over vijf ontmoetingen die de ik-figuur (een schrijver) heeft wanneer hij ergens op het platteland aan een rivier is gaan wonen. Hij probeert zich af te sluiten van 'de wereld die in brand staat', maar de mensen daaruit komen toch gewoon bij hem binnen. Zo lezen we hoe hij een Japanse robotpop met kunstmatige intelligentie in huis neemt, hoe hij contact krijgt met de eenzame zoon van een asociaal gezin, hoe zijn vroegere vrijgevochten en twintig jaar oudere vlam nog éénmaal bij hem op bezoek komt, hoe hij terechtkomt in het milieu van de chique vrouw van een landjonker en hoe hij plotseling bezoek krijgt van een getraumatiseerde Afrikaanse asielzoeker die een baan als tuinman bij hem wil. Vijf niet oninteressante vignetten van personages uit het leven van vroeger en nu, samengebracht onder de paraplu van de hoofdpersoon, en (zoals bij deze schrijver gebruikelijk) goed en secuur geschreven. De auteur (1946) ontving in 2015 de Constantijn Huygens-prijs voor zijn gehele oeuvre..
Mama Tandoori
Een Indiase moeder met een bevlogen en vurig karakter zwaait de scepter in het Rotterdamse gezin waarin de hoofdpersoon opgroeit. Deze jongen, die ook Ernest van der Kwast heet en later schrijver wordt, moet zich een weg naar volwassenheid zien te banen en zich ontworstelen aan zijn moeder met haar excentrieke opvattingen. De hoofdstukken lichten losse fragmenten uit Ernests jeugd uit, en dan vooral de zonderlinge streken van zijn moeder: van mensen te lijf gaan met een deegroller tot haar exuberante verzamelwoede. De luchtige, vaak ironische formuleringen roepen zulke situaties heel concreet op. Veel diepgang biedt de roman niet, maar de snedige, subtiel geformuleerde zinnetjes maken hem allerminst oppervlakkig. Hij leest als een kleurrijke schets van een onalledaagse familie. Zonder flauw te worden blijft hij tot het einde toe geestig. De auteur schreef eerder verschillende romans onder pseudoniemen, waaronder het veelgelezen en -geprezen 'Man zoekt vrouw om hem gelukkig te maken'
Kamer
De 5-jarige Jack, ik-verteller in deze roman, leeft met zijn moeder in Kamer, een afgesloten ruimte die hij nooit heeft verlaten. Zijn moeder is acht jaar eerder gekidnapt, Jack is het resultaat van de verkrachting door haar ontvoerder. Wanneer moeder en zoon weten te ontsnappen, begint het vooral voor Jack moeizame proces om deel uit te gaan maken van de wereld. De Iers-Canadese Donoghue (1969) schreef een beklemmende, maar ook gevoelige en humoristische roman, geinspireerd door de gruwelverhalen over jarenlang in opsluiting levende ontvoeringsslachtoffers. Het sterke punt van dit boek is het vertellersstandpunt: de jonge Jack leidt in Kamer een veilig en gestructureerd leven, dankzij zijn moeder met wie hij een symbiotische relatie heeft. Door televisie te kijken heeft hij een enorme woordenschat opgebouwd, maar hij heeft niet het besef dat veel van wat hij daar ziet een weergave is van de werkelijkheid die hij plotseling leert kennen na de ontsnapping. Met als gevolg dat hij soms terugverlangt naar Kamer.
Sprakeloos
Familierelaas over de aftakeling van de moeder van de schrijver, wier taalvermogen na een beroerte is geminimaliseerd.
De bekoring
Wanneer de moeder van Andreas Klein in 2004 overlijdt, geeft hij zich over aan herinneringen. Uitgerekend op zijn verjaardag in 1960 verliet zijn moeder haar kinderrijke gezin. Wat volgt is een nauwkeurige reconstructie van alle gebeurtenissen vanaf de dag van haar vertrek. Andreas, die ook al in vier eerdere romans de hoofdrol speelde en die schrijver is, roept zich zijn jonge uitgeputte moeder voor ogen: haar ademloze verwachtingen op weg naar haar minnaar. Hij ziet ook zichzelf weer: zijn eenzaamheid en angst, de barst in de koepel rond het veilig bestaan. De historische figuur van de architect Van Epen van de Amsterdamse School herleeft in deze geschiedenis: hij volgt de moeder die het waagde te ontsnappen uit de door hem ontworpen buurt. Zij zoekt een echt geluk dat ook niet haalbaar lijkt. Haar stap maakt slechts haar kinderen ongelukkig, tot in hun volwassenheid. Ze dragen haar verwijten na, vijandigheid, onzekerheid, verdriet en haat. Maar Andreas weet in de dagen tussen dood en begraven zijn moeder weer te vinden. Met deze roman won de Nederlandse auteur (1947) de Ako-literatuurprijs 2006. Knap geconstrueerde vertelling over een gewoon leven met gewone verlangens. Met aandacht en lichtvoetigheid verteld.
De goede zoon
In een toekomstige wereld overdenkt een 60-jarige schrijver zijn leven als hij kort na de dood van zijn moeder door een oud-collega wordt meegevoerd op een geheimzinnige reis.