Familieziek
Adriaan van Dis
Productinformatie "Familieziek"
Net als in zijn debuut 'Nathan Sid' en in 'Indische duinen' staat in deze 'roman in taferelen' een uit Indonesië afkomstig gezin, dat in Nederland een nieuw bestaan probeert op te bouwen, centraal. De vader, steeds meneer Java genoemd, is een door de oorlog beschadigd man. Zijn zoon, steeds de jongen genoemd, wordt door hem steeds meer bij zijn waanwereld betrokken. De jongen is een stille getuige van de waanzin, terwijl de moeder en dochters (eerstezus, middelzus en derdezus) een sceptisch koor vormen dat commentaar levert op wat er gebeurt. Het verhaal speelt zich af in een dorp aan zee, ten tijde van de Koude Oorlog. Gebeurtenissen uit de wereldgeschiedenis (Nederlanders die uit Indonesië worden gegooid, Russische tanks die Boedapest veroveren etc.) hebben grote invloed op meneer Java, die alles volgt op de pas aangeschafte televisie ('De eerste in de straat'). De waanzin van meneer Java gaat steeds verder en uiteindelijk wordt hij opgenomen in Schild en Heil, het gekkengesticht. Omdat de jongen volgens zijn moeder een harde hand nodig heeft, wordt hij naar haar boerenfamilie gestuurd. Een mooie familieroman, goede sfeertekening en prettig leesbaar.
Eigenschappen "Familieziek"
Auteur: | Adriaan van Dis |
---|---|
Genre: | Kinderleven |
Onderwerp: | Indisch milieu, Jaren vijftig, Kinderleven, Ouder-kind relatie |
Aantal pagina's: | 210 |
Jaar van uitgave: | 2014 |
Aanmelden
Vergelijkbare boeken
Dorsvloer vol confetti
De 12-jarige Katelijne groeit op als het enige meisje tussen zes broers in een streng (bevindelijk) gereformeerd Zeeuws boerengezin eind jaren tachtig, begin jaren negentig van de 20e eeuw. Het intelligente, fantasievolle kind voelt zich een buitenbeentje, als meisje wordt ze nauwelijks betrokken bij het boerenwerk, en omdat het in het gezin over weinig anders gaat, wordt ze vaak buitengesloten. Ze vlucht weg in fantasie en verhalen: bijbel- en bekeringsverhalen, kerk- en dorpsroddel, familieverhalen, maar ook boeken. Sprookjes - verboden omdat het leugens zijn die haar kunnen afhouden van de waarheid - leest ze stiekem toch. Voorzichtig zet ze de eerste schreden in de 'buitenwereld'. Een goed geschreven, boeiende debuutroman over opgroeien als meisje in een reformatorisch Zeeuws boerenmilieu, treffend, kritisch, met humor maar ook liefdevol verbeeld door Treur (1979) die zelf zo opgroeide. Met haar vrouwelijk perspectief vult deze veelbelovende jonge auteur het rijtje Siebelink, 't Hart en Wolkers mooi aan. Voor een breed publiek. Onlangs verfilmd; op het omslag de filmposter.
Ik kom terug
Het gevecht om een kist tussen moeder en zoon in de openingsscène is tekenend voor wat volgt. Deze kist is de metafoor voor wat de zoon wil weten en de moeder niet kwijt wil. De eerste en laatste zin van het boek tekent hun beider leven: ’We stonden tegenover elkaar, mijn moeder en ik’, culminerend in de kernzin: ’Jij een verhaal, ik een pil’ (76). Met het notitieblok in de hand reist Van Dis in de maanden voor haar overlijden met zijn moeder door Nederland naar bekende plekken en onbekende familieleden. Zo ontfutselt hij haar de verhalen over haar familie, haar echtgenoten, haar ervaringen in de beide wereldoorlogen, herinneringen die zij altijd voor hem verborgen heeft gehouden. Als reactie op haar ervaringen vlucht zij in de esoterie. Afstoten en aantrekken, maar ook afstand nemen en afstandelijkheid bepalen hun relatie. Verantwoordelijkheidsgevoel en respect winnen het uiteindelijk. Een sterke, afwerende, zwijgzame moeder tegenover een gevoelig en hunkerend kind dat zich altijd een buitenstaander voelde. Een mooie samensmelting van autobiografie en memoires. Normale druk.
Indische duinen
De ik-figuur, in Nederland geboren, is lid van een Indisch repatriantengezin dat zich met zijn Japanse-bezettingstijd-ervaringen in 'gastvrij' Nederland tracht te handhaven. Op de zoektocht naar zijn wortels stuit hij op feiten die hem zijn familie leren waarderen - met name zijn gehate gestorven vader. Historische feiten, herinneringen in flashback en eigentijdse belevenissen brengt de auteur (1946) zonder nostalgie bijeen in een bijzondere roman met goede sfeertekeningen. De stijl is recht voor zijn raap. Scherp en helder analyserend spaart de auteur zichzelf daarbij ook niet. Hartverwarmend zijn z'n gevoel voor humor en optimisme.
Vijf vrolijke verhalen
Het meest bekende verhaal in deze mooi uitgegeven bundel van Adriaan van Dis (1946) is 'De rat van Arras' dat oorspronkelijk verscheen in 1986. Van Dis legt uit dat Alfred Birney manuscripten had gevonden van ‘de Rat’ en dat het verhaal na 35 jaar toe was aan een herdruk. Birney plaatst het in een historische context: ‘de schrijver heeft een rat losgelaten die al dertig jaar knaagt aan de onwil van Nederland de minder fraaie hoofdstukken van onze koloniale geschiedenis te openbaren.’ De nieuwe versie is sterk en je voelt het belang van het verhaal en de boodschap. De overige verhalen zetten de lezer ook aan het denken, de thema's zijn zonder meer actueel en prikkelend. Met de grote schare fans van Van Dis is dit ongetwijfeld weer een boek dat zijn aftrek zal vinden. De verhalen lezen ondanks de zwaardere thema's heel makkelijk weg. Veertig jaar schrijverschap komt samen in deze bundel, die de lezer aan het denken zet en actuele thema's aansnijdt.
Marcel
Dit alom geprezen romandebuut (uit 1999) voegt zich naadloos in de specifiek Vlaamse romantraditie van Cyriel Buysse tot Leo Pleysier. Centraal staat ook nu weer het Vlaamse familieleven, hier dan gezien vanuit het kinderperspectief van een kleine jongen die in het gezin van zijn grootouders en in de context van een bekrompen Vlaams dorpsleven zijn wereld ontdekt. Beslissend in dit geval is het beschamend verleden: een lid van de familie, Marcel (zie de titel), heeft als SS'er in de oorlog met de Duitsers gecollaboreerd en dit schandelijke gegeven wordt door de familie vanuit een rechts Vlaams nationalisme toegedekt. En daarmee komt er over de kleine gebeurtenissen van iedere dag voor de jongen iets van een magische bezwering te hangen: banale handelingen als het afstoffen van foto's van overledenen worden rituelen en de dagelijkse werkelijkheden van tijd en natuur worden spiegelbeelden van de gevoelens van het kleine kind. Zo wordt deze kleine roman tot een groot meesterwerk van een - soms wat overdadig - bezielende verbeelding.
De val van Thomas G.
Elfde roman van de bekende Nederlandse schrijfster Nelleke Noordervliet (1945) over de affaire Thomas G. Uitgever Thomas Geel heeft een uiterst controversieel boek uitgegeven over hedendaags fanatisme, waarover een schandaal is ontstaan. De media ontketenen een hetze en hij delft het onderspit. Thomas overlijdt plotseling en laat iedereen in verbijstering achter. Onderzoeksjournalist Joris de Groot gaat de affaire Thomas G. uitzoeken. We volgen afwisselend de gedachten van weduwe Isa, dochter Leonie en onderzoeksjournalist Joris. Per hoofdstuk wisselt het perspectief van personage, wat leidt tot veel spanning, je blijft lezen omdat je wilt weten wat er precies gebeurd is. Hoogtepunt zijn de fraaie dialogen tussen moeder en dochter. Uiteindelijk verschijnt er een afscheidsbrief met Thomas’ onwaarschijnlijke levensverhaal, waar niemand weet van had, zelfs zijn vrouw niet, en passen alle stukjes van de puzzel in elkaar. Knap geconstrueerde literaire roman met psychologische diepte, geschreven in een soepele en fraaie stijl. Voor een groot literair publiek.
KLIFI
In het Nederland van rond 2030, een republiek onder leiding van een populistische president die de media controleert, heeft als gevolg van de klimaatverandering een orkaan huisgehouden. Slachtoffers zijn er in een laaggelegen woonoord van vluchtelingen en verschoppelingen. Overlevenden worden ondergebracht in de woning van de 84-jarige ex-bibliothecaris Jákob Hemmelbahn, in 1956 met zijn ouders gevlucht uit Hongarije. De regering ontkent de gevolgen en als gevolg daarvan groeit bij Jákob de woede. Hij verzamelt de verhalen van slachtoffers en schrijft een pamflet (‘Klifi’, Klimaat Fictie), maar ziet zich genoodzaakt tot zelfcensuur om kans op publicatie te maken. De gevolgen daarvan ziet de lezer in de tekst. De door een grote letter en ruime interlinie tot romanlengte opgedikte grillige vertelling toont de zorg van de populaire auteur (1946), die ook in eerder werk maatschappelijke betrokkenheid toonde. Hier haalt hij veel overhoop in kort bestek, waarbij vooral de bijfiguren niet echt tot leven komen. Een actueel boek, maar te luchtig voor een dystopie en niet komisch genoeg voor een satire..
De wensdagen
Journaliste Patricia Wessels (1966) groeide op in de Jordaan, de Amsterdamse volkswijk met karakteristieke huisjes en kleine straatjes. Als kind, in de jaren zeventig, zag ze hoe de buurt veranderde. Van huisvrouwen die de hele dag uit het raam hingen om alles en iedereen in de gaten te houden naar een deel van de stad waar veel studenten woonden. Vervolgens kwam de verkrotting en daarna werd het een plek waar yuppen graag woonden. Wessels is een kind van hippieouders. Zij schrijft daar met veel gevoel voor decor over. Het boek is zo aantrekkelijk vanwege de naturel geformuleerde dialogen. Dat levert ontroerende situaties op, vooral wanneer haar ouders aan haar en haar broertje uitleggen waarom ze gaan scheiden. De wereld van de hippies, de oude Jordaan en hun wijze van samenleven wordt een heel boek lang door de ogen van een klein meisje beschreven.